Een hok voor ons dier

Domein
Metend rekenen
Meetkunde
Leeftijd
Jongste kleuters

Ontwikkeldoel

De kleuters kunnen handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken.

De kleuters kunnen in een concrete situatie oplossingen vinden voor een ruimtelijk probleem.

ZILL

WDmk1

Inzicht verwerven in ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijke relaties

• 2.5-6j   Een concreet ruimtelijk probleem oplossen

WDmm1

Vergelijken en ordenen zonder maateenheden

• 2.5-4j   Twee of meer dingen kwalitatief vergelijken volgens grootte, gewicht, lengte, volume, tijdsduur, temperatuur, snelheid ... - dingen sorteren op basis van een kwalitatieve vergelijking volgens één of meer gemeenschappelijke kenmerken

GO

KWALITATIEF VERGELIJKEN
De kleuters kunnen: vergelijkingen maken en eenvoudige onderlinge relaties beschrijven. Handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken. (O.D. 2.1.)    

DE RUIMTE STRUCTUREREN
De werkelijke ruimte
De kleuters kunnen: in een concrete situatie oplossingen vinden voor een ruimtelijk probleem. (O.D. 3.3.)
    
 

OVSG


 

Mogelijke thema's zijn:

  • dieren
  • mijn huisdier
  • het kuiken
  • het konijn
  • de cavia
  • enz.

 

De benodigde materialen zijn:

  • houten blokken en/of kaplablokken
  • allerhande kosteloze materialen (kartonnen dozen, eierdozen, friscostokken, keukenrollen, bierviltjes, enz.)
  • pluche dieren (die kaderen in het thema, bv. konijn, kip, kuiken)

We kunnen ervoor opteren om ofwel de bouwblokken aan te bieden of de kosteloze materialen. Beide hoeven niet aanwezig te zijn.
 

STAP 1 aanknopingspunt

Nadat de kleuters de ruimte hebben gekregen om de materialen te leren kennen én nadat ze reeds input kregen over de woonplaats van het centrale dier(en), kom ik op de proppen met een handpop/knuffel (in de vorm van het centrale dier).

Het dier geeft aan dat hij graag op bezoek zou komen in de klas. Meer nog, hij zou hier graag even blijven logeren. Want hij heeft gehoord dat de kleuters leren over hem. Ik laat de kleuters reageren.
Het dier kijkt even rond in de klas en schrikt. Het zal nl. moeilijk zijn om hier te blijven slapen want hij ziet nergens een slaapplaats voor hem. 
Ik kom tussenbeide en ik stel voor dat de kleuters hiervoor zullen zorgen. Want we zouden het heel fijn vinden mocht hij even blijven logeren bij ons. De handpop is super blij!

Een beperkt aantal kleuters kunnen de slaapplaats maken voor het dier. Ik geef aan dat iedereen aan bod kan komen.

Opmerking: ook los van bovenstaande context kunnen we het idee lanceren om een slaapplaats te maken voor ons dier.

STAP 2 exploreren (in kleine groep)

De kleuters gaan aan de slag in de bouwhoek. Ik geef hen eerst even de tijd om zelf op zoek te gaan. De handpop gaat mee met de kleuters want de slaapplaats moet tenslotte passen voor het dier. 

Observeer eventueel vanop een afstand.
 

STAP 3 wiskundige kern (in kleine groep)

Na verloop van tijd kom ik bij de kleuters en vraag wat ze al hebben gedaan. Of ik beschrijf wat ik reeds zie (differentiatie naar beneden). Samen met hen ga ik aan de slag. Ik laat vooral het initiatief vanuit de kleuters komen. Ik besteed hierbij aandacht aan het aspect ‘grootte’ want de kooi moet groot genoeg zijn voor de handpop.

Differentiatie naar beneden: samen met de kleuters baken ik de ruimte af voor de kooi op de grond door middel van tape. De kleuters kunnen hierop verder bouwen. Ik kan variëren in een kooi voor 1 dier en een kooi voor meerdere dieren (Welke kooi dient het grootst te zijn?). Of een kooi voor een klein dier en een kooi voor een groot dier (Welk dier hoort in welke kooi?). 
Zo maken ze ook kennis met het aspect ‘omtrek en oppervlakte’. 

Differentiatie naar boven: Indien haalbaar, kan ik de kleuters ook gericht laten nadenken over de kooi voor het dier. En dit op basis van de input die ze al hebben gekregen. Hoe ziet de kooi eruit? Is die volledig afgesloten of niet? Heeft die een deur? Wat ligt er op de grond? Waar kan het dier uit eten? Moet er ook iets liggen om mee te spelen? Enz. 
We kunnen hiertoe ook informatieve boeken voorzien.

Tijdens deze activiteit is het heel belangrijk om samen met de kleuters aan de slag te gaan, samen te bouwen. Uit zichzelf zullen ze nl. moeilijker komen tot een ruimtelijke constructie!

Wanneer de kooi af is, laat ik de handpop de kooi bezichtigen en nagaan of het past. Wanneer nodig, passen we de kooi aan.
De kleuters vertellen aan de handpop hoe de kooi eruit ziet en hoe het werkt. 


 

STAP 4 terugblik

De kleuters tonen hun kooi en verwoorden hoe ze tewerk zijn gegaan.  

Indien ook andere kleuters de kooi willen maken en we beschikken niet over voldoende materialen, dienen we de kooi terug af te breken. Maar we kunnen wel steeds een foto nemen van de kooi. Deze verzamelen we in een 'bouwmap', die inspiratie kan bieden in de bouwhoek.
 

Klik op de afbeelding om groter weer te geven.