Zich verkleden

Domein
Metend rekenen
Leeftijd
Jongste kleuters

Ontwikkeldoel

De kleuters kunnen dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee gemeenschappelijke kenmerken.

Differentiatie naar boven:
De kleuters kunnen dingen rangschikken volgens de toenemende of afnemende mate van een welbepaald kwalitatief kenmerk.

ZILL

WDmm1

Vergelijken en ordenen zonder maateenheden

• 2.5-4j   Twee of meer dingen kwalitatief vergelijken volgens grootte, gewicht, lengte, volume, tijdsduur, temperatuur, snelheid ... - dingen sorteren op basis van een kwalitatieve vergelijking volgens één of meer gemeenschappelijke kenmerken

 

Differentiatie naar boven 

WDmm1

Vergelijken en ordenen zonder maateenheden

• 4-8j   Handelend dingen rangschikken op basis van een kwalitatieve vergelijking

GO

KWALITATIEF VERGELIJKEN
De kleuters kunnen: dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee gemeenschappelijke kenmerken. (O.D. 2.2.)                                                   

 

Differentiatie naar boven
KWALITATIEF VERGELIJKEN
De kleuters kunnen:dingen rangschikken volgens de toenemende of afnemende mate van een welbepaald kwalitatief kenmerk. (O.D. 2.3.)                                                    
 

OVSG

 



 

Mogelijke thema's zijn:

  • carnaval
  • zich verkleden
  • ik maak mij op
  • spiegeltje spiegeltje aan de wand
  • sprookjes
  • enz.

Binnen ieder thema waarbinnen 'zich verkleden' aan bod komt, is deze activiteit haalbaar. Ook themaloos kan de activiteit een plaats vinden.

 

 

De benodigde materialen zijn:

  • Allerhande verkleedkledij (verschillende soorten, verschillende groottes, verschillende kleuren, enz.).
  • Allerhande accessoires: armbanden, hoeden, sjaals, schoenen, zonnebrillen enz.

STAP 1 aanknopingspunt

De (nieuwe) materialen vanuit de verkleedhoek worden voorgesteld aan de kleuters. De kledij wordt benoemd (zonder in te gaan op de eigenschappen). 
 

STAP 2 exploreren (in kleine groep)

De kleuters krijgen de ruimte om te exploreren met de materialen.
Observeer en speel eventueel mee.

Neem hier voldoende de tijd voor.
Indien de interesse afneemt gaan we over naar stap 3. 

 

STAP 3 wiskundige kern (in kleine groep)

Vanuit een meespelen worden de vooropgestelde doelen nagestreefd.
Ik stel hierbij vragen en breng de kleuters tot verwoording.

Dit komt gespreid over verschillende momenten aan bod.

  • focus op de verschillende eigenschappen van kledij

Ik laat de kleuters stilstaan bij de verschillende eigenschappen van de kledij en accessoires: kleur, functie, grootte, enz. Bv. Amaai, jij hebt een grote bril aan. Jij hebt hoge schoenen aan. Jij hebt een hoge hoed op. Jij hebt een mooie roze armband aan. We kunnen ook zelf kledij aandoen en de kleuters zo laten vergelijken. Ik heb hoge schoenen aan. Jij ook? Ik heb een roze armband aan. Welk kleur heeft jouw armband? Enz.  

Indien mogelijk voorzie ik verschillende groottes van kledij (ik denk bv. aan een baby/kinder/dames/clownschoen, een versierde baby/kinder/volwassen broek/rok, een grote en kleine armband, grote en kleine zonnebrillen, enz.). 
Door de kledij aan te doen merken ze dat iets te klein is, te groot is of past. Ik maak de kleuters zich daar ook bewust van en breng ze tot verwoording. Oei, waarom doe jij die kledij uit? Oei, ik zie dat die schoenen niet passen. Hoe komt het dat dit niet past? Wat zou dan beter passen? Als je deze kledij zou aandoen, zou dit dan beter passen?
Ik doe ook zelf kledij aan en laat ze merken dat iets wat voor mij niet past wel past voor hen en omgekeerd (ik kan ze ook laten verwoorden waarom dit zo is). Ook voor de babykledij gaan we na voor wie dit zou passen (voor de klaspop, voor de poppen van de poppenhoek). 

Differentiatie naar boven: hierbij aansluitend kunnen we de drie groottes van kledij (baby/kinder/volwassenen) seriëren. 

  • focus op sorteren van kledij

Wanneer ik kledij heb die gekoppeld kan worden aan verschillende figuren (bv. clown, piraat, prinses, enz.), kan ik de kleuters ook brengen tot het sorteren van de kledij. Ik vertrek vanuit ‘een stapel kledij’ en geef aan dat ik mij wil verkleden als een clown maar niet de juiste kleren vind. Ik roep de hulp in van de kleuters. We gaan samen op zoek naar de kledij van de clown. Wat hoort bij de clown? We kunnen dit vervolgens ook doen voor de andere figuren.

Differentiatie naar beneden: we kunnen ook ondersteunende afbeeldingen voorzien van de figuren zodat het voor de kleuters duidelijker wordt welke kledij bij welke figuur hoort. 

STAP 4 terugblik

Ik laat de kleuters hun ervaringen verwoorden. Ter ondersteuning neem ik de kledij erbij en/of foto’s die ik nam van hun spel, handelingen. Ook het zelf verwoorden van hun ervaringen kan een helpende hand bieden tijdens het terugblikken.

Klik op de afbeelding om groter weer te geven.